Begroting 2019

Financiële samenvatting

Financieel perspectief

Met de aantrekkende economie begint ook het financieel perspectief van Nissewaard verbeteringen te laten zien. Dit biedt ruimte om de ambities zoals verwoord in het coalitieakkoord Samen voor elkaar! te kunnen realiseren. Samen met het project Nissewaard naar 2040 (Nn2040) begint daarmee steeds meer een beeld te ontstaan over de toekomst van onze gemeente en de doelstellingen die dat met zich meebrengt.
Het bepalen van het financieel perspectief blijft wel onderhevig aan de nodige fluctuaties. De financiële ruimte die door het kabinet werd geschetst in de maartcirculaire 2018 en het binnen 2 maanden weer verdwijnen daarvan bij de meicirculaire 2018 maakt dat de houdbaarheid van financiële voorspellingen soms erg beperkt is en vanuit dat opzicht enige terughoudendheid op z’n plaats is. Dit komt een financiële stabiele positie van onze gemeente ten goede.

In de Perspectiefnota 2019 en de adviezen over de maart- en meicirculaire 2018 is een beeld geschetst van het financieel perspectief alsook de benodigde middelen voor het realiseren van de ambities uit het coalitieakkoord Samen voor elkaar!. In de voorliggende begroting zijn deze punten verder uitgewerkt. Dit houdt overigens niet in dat na vaststelling direct de spreekwoordelijk spade in de grond kan. De ambities uit het coalitieakkoord, maar ook de ambities in het kader van Nissewaard naar 2040 vergen nog verdere uitwerking en afstemming met de raad. Hierover zal dan ook nog nader geadviseerd gaan worden.

Financieel in het oog springende zaken in deze begroting (ten opzichte van de begroting 2018) zijn uiteraard de ambities uit het coalitieakkoord. De beschikbare financiële ruimte wordt vooral gevormd door de begrotingsbuffer in 2018 t/m 2021. Met de storting van € 9,8 miljoen aan precariobaten Stedin oude jaren in de Algemene reserve en het ontbreken van een bezwaarschrift tegen de precario-aanslag 2018, is de begrotingsbuffer niet langer benodigd als risico-afdekking voor de precariobaten Stedin.
Voor de komende periode zal vooral de verwachte afboeking van de niet in exploitatie genomen gronden (met name Groenzone Zuidoost) en verkoop van de Eneco-aandelen van invloed zijn op de vermogenspositie van de gemeente. De verwachte afboeking zal uiterlijk eind 2019 moeten plaatsvinden. De afboeking zal een verlaging van de Algemene reserve betekenen. Daarentegen zal de verwachte verkoopopbrengst van de Eneco-aandelen de Algemene reserve aanzienlijk doen toenemen en een significante reductie betekenen van de schuldpositie. Hierover wordt te zijner tijd nader over geadviseerd.

Financieel perspectief 2019 - 2022
In onderstaande tabel zijn beknopt de financiële mutaties opgenomen welke van invloed zijn op het financieel perspectief 2019 - 2022.

Bedragen x € 1.000 “-” = nadelig

2019

2020

2021

2022

Saldo Perspectiefnota 2019

-1.243

-611

439

-932

Meicirculaire 2018

1.051

392

-199

-1.836

Aanpassingen knelpunten Perspectiefnota 2019

Verlaging knelpunt Evenementen

10

10

10

10

Informatieveiligheid

70

62

60

60

Knelpunt taxaties

30

30

30

Aanpassingen doorrekening coalitieakkoord

Parkeren

-200

50

50

50

Regie duurzaamheid

-50

Investeringen t.l.v. begrotingsbuffer

143

142

441

Vrijval kapitaallasten huisvesting Stadsbeheer

30

30

Enkele posten coalitieakkoord t.l.v. extra middelen meicir. 2018

100

125

150

300

Vervallen onttrekking reserve Sociaal Domein

-50

Coalitieakkoord - aanvullend

-370

-460

-360

-335

Analyseverschillen/aanvullende knelpunten

644

591

1.724

2.788

Vrijval begrotingsbuffer

2.234

2.673

2.568

Reservering t.b.v. coalitieakkoord

-1.800

-1.750

-1.750

Saldo begroting 2019 - 2022

426

1.285

2.864

576

Aanpassingen knelpunten Perspectiefnota 2019

Verlaging knelpunt Evenementen
Het bij de Perspectiefnota 2019 vermelde knelpunt valt € 10.000 lager uit.

Informatieveiligheid
Het knelpunt voor informatieveiligheid was per abuis zowel opgenomen als knelpunt, als bij de uitwerking van het coalitieakkoord.

Knelpunt taxaties

Het knelpunt taxaties ad € 30.000 hield verband met de verplichte marktwaardebepaling van de niet in exploitatie genomen gronden. Deze verplichting vloeit voort uit de financiële regelgeving het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). Deze schrijft voor dat dit soort gronden voor eind 2019 tegen marktwaarde op de balans moeten staan gewaardeerd. Omdat dit een eenmalige taxatie-actie betreft, kan het knelpunt voor 2020 en verder vrijvallen.

Aanpassingen doorrekening coalitieakkoord

Parkeren
In het coalitieakkoord is de ambitie uitgesproken om het gastvrij parkeren te continueren. Hiermee is een bedrag van € 300.000 structureel gemoeid. Bij de Perspectiefnota 2019 was uitgegaan van een eenmalige onttrekking aan de reserve Parkeren ad € 200.000 in 2019 en de verwachting dat € 50.000 binnen de bestaande parkeerexploitatie kan worden opgevangen (hogere naheffingsbaten en/of lagere lasten). Deze laatste post was in verband met een nog onzeker meerjarig beeld alleen voor 2019 opgenomen. Met het opstellen van de begroting is daar meer zicht op gekomen, waarmee wordt voorgesteld om de genoemde € 50.000 ook meerjarig binnen de parkeerexploitatie op te vangen en de onttrekking aan de reserve Parkeren ad € 200.000 te laten vervallen zodat eventuele fluctuaties met de reserve opgevangen kunnen worden.

Regie duurzaamheid
Deze post was bij de Perspectiefnota 2019 vanaf het begrotingsjaar 2020 opgenomen. Voorgesteld wordt om hiervoor reeds in 2019 geld beschikbaar te stellen, zodat daar direct mee aangevangen kan worden.

Investeringen t.l.v. begrotingsbuffer
In hoofdstuk 2 van de Perspectiefnota 2019 zijn een aantal investeringen genoemd met de daarbij behorende kapitaallasten. Met de beschikbare middelen in de begrotingsbuffer wordt voorgesteld om hiervoor bestemmingsreserves te creëren van waaruit de betreffende kapitaallasten gedekt kunnen worden. Concreet gaat het hierbij om in 2019 een bestemmingsreserve Verduurzaming gemeentelijke accommodaties in te stellen en daar € 1,3 miljoen aan toe te voegen, een bestemmingsreserve Sportaccommodaties met omvang van € 0,5 miljoen en een reserve Onderwijshuisvesting in te stellen en hiervoor in 2020 en 2021 € 1,75 miljoen per jaar aan toe te voegen.

Vrijval kapitaallasten huisvesting Stadsbeheer
Deze investering zal naar verwachting pas in 2020 worden opgeleverd waarmee met ingang van 2021 de kapitaallasten in de begroting moeten zijn opgenomen. Dit houdt in dat de bij de Perspectiefnota 2019 opgenomen kapitaallasten voor 2019 en 2020 vrij kunnen vallen.

Enkele posten coalitieakkoord t.l.v. extra middelen meicirculaire 2018
Met de meicirculaire 2018 is € 1,7 miljoen in 2019 oplopend tot € 4,1 miljoen in 2022 aan extra middelen ontvangen voor het Sociaal Domein. In afwachting tot nadere bestemming zijn deze gelden vooralsnog geparkeerd op de stelpost Sociaal Domein. Gezien deze extra gelden uit de meicirculaire 2018 is er voldoende financiële ruimte beschikbaar om de ambities uit het coalitieakkoord welke betrekking hebben op zaken die binnen het Sociaal Domein vallen te kunnen realiseren. Het gaat in dit verband om de ambities op het terrein van de activering en eenzaamheidsbestrijding (€ 50.000 in 2019 oplopend tot € 150.000 in 2022), Thuis in de Wijk – waterland (€ 100.000 structureel met ingang van 2022) en armoedebeleid (€ 50.000 structureel met ingang van 2019).

Vervallen onttrekking reserve Sociaal Domein
Met de bovengenoemde inzet van de stelpost Sociaal Domein, kan de bij Perspectiefnota 2019 aangegeven onttrekking van € 50.000 in 2019 komen te vervallen.

Coalitieakkoord - aanvullend
Zoals in de Perspectiefnota 2019 is aangegeven, is bij het opstellen van de programmabegroting 2019 nog nader bekeken in hoeverre de doorrekening van het coalitieakkoord nog aanvullingen/aanpassingen behoeven. Tegen deze achtergrond zijn de onderstaande mutaties naar boven gekomen.

Bedragen x € 1.000 “-” = nadelig

2019

2020

2021

2022

Milieubeleid/duurzaamheid eigen woningvoorraad

-50

-100

-100

-100

Economische ontwikkelingen – herijking en uitvoering beleid

-50

-50

-50

-50

Bestemmingsplannen (procesbudget)

-25

-25

-25

Flexibele schil projecten

-70

-60

-60

-60

Visualisering participatie Nn2040

-100

-100

PM

PM

Omgevingswet/beheersystemen (+PM)

-75

-125

-125

-125

Totaal coalitieakkoord - aanvullend

-370

-460

-360

-335

Milieubeleid/duurzaamheid eigen woningvoorraad
Om de ambitie “het actieprogramma voor de bestaande (particuliere) voorraad verder te intensiveren” te kunnen realiseren zijn extra middelen nodig.
De informatie over de ontzorging bij verduurzaming van de eigen woning vindt in dit verband plaats in samenwerking met het regionale energieloket en marktpartijen.

Economische ontwikkelingen – herijking en uitvoering beleid
Voor herijking van de Meerjarenvisie Stadscentrum 'Huiskamer van de Stad', de Groenvisie, de uitwerking van cultuur historische maatregelen, stimulering van het ondernemerschap en het Huis van Morgen is het bestaande budget voor economische ontwikkelingen niet toereikend. Voorgesteld wordt dan ook om hier aanvullend budget beschikbaar te stellen.

Bestemmingsplannen (procesbudget)
De gemeente heeft de taakstelling om binnen de gemeentegrenzen een opgave van 18MW aan windenergie te realiseren. Om deze taakstelling uit te kunnen voeren op de daarvoor voorziene locatie is voor een periode van vier jaar budget nodig om de geschiktheid te onderzoeken, voorafgaand aan de ruimtelijke procedure. Het budget zal worden gebruikt voor het betrekken van omwonenden in het proces (participatie) en eventueel nadere onderzoeken in het kader van milieu. Waar mogelijk worden kosten later verhaald op de initiatiefnemer, via een anterieure overeenkomst.

Flexibele schil projecten
Voor het begeleiden van projecten waarvan de kosten niet aan een grondcomplex dan wel investeringskrediet kunnen worden gebracht, is momenteel in de begroting onvoldoende budget beschikbaar.

Visualisering participatie Nn2040
Voor de uitwerking van Nissewaard naar 2040 (Nn2040) is een structureel uitvoeringsbudget nodig. Dit, om onder meer de kosten voor ondersteuning op het gebied van stedenbouw (visie vorming, vaststellen kaders en koers, tekencapaciteit, presentatiemateriaal, etc.) en overige activiteiten (sprekers, organiseren van bijeenkomsten, drukwerk, etc.) te kunnen bekostigen.

Omgevingswet/beheersystemen (+PM)
Binnen de bestaande onderhoudsbudgetten is geen ruimte beschikbaar voor innovatie op het gebied van digitalisering. Het streven is om een 3D-print van de stad te maken. Zowel van de bovengrond als de ondergrond. Ook is het gewenst om bewonersavonden een digitale upgrade te geven, zodat bij de inloopavonden 3D-schetsen getoond kunnen worden van de aankomende herstraatwerken en/of reconstructies.
Daarnaast speelt de invoering van de Omgevingswet. De impact van deze wet is nog niet berekend, maar de inschatting is dat voor de invoering van met name Digitaal stelsel Omgevingswet (DSO) extra budget benodigd is. Dit heeft te maken met de digitalisering en het 3D-modelmatig kunnen werken. Over een en ander zal nog nader worden geadviseerd.

Analyseverschillen/aanvullende knelpunten

De afronding van de begroting 2019 – 2022 heeft zoals voorgaande jaren nog tot analyseverschillen/aanvullende knelpunten geleid. Deze bedragen per saldo € 644.000 positief in 2019 oplopend tot € 2,8 miljoen positief in 2022. Dit bestaat uit de volgende posten.

Bedragen x € 1.000 “-” = nadelig

Analyseverschillen/aanvullende knelpunten

2019

2020

2021

2022

Personeelslasten

-179

-175

-173

-173

Personeelslasten - pensioenpremie

-325

-325

-325

-325

WKR – raadsvergoeding

80

80

80

80

Regeling fit en vitaal

-80

-80

PM

PM

Veiligheidsregio Rotterdam (VRR) - Functioneel Leeftijdsontslag

136

136

131

131

Kapitaallasten inclusief meerjareninvesteringsplanning (MIP)

193

-65

-39

-6

Vrijval budget Accommodatie t.b.v. MIP Accommodaties

36

Afschrijving investering € 3 miljoen recreatie GZO

-80

-80

-80

-80

Algemene uitkering

58

44

104

223

Stelpost Oudenhoorn

85

85

85

85

Vervallen stelpost l&p-stijging 2020 - 2022 Sociaal Domein n.a.v. maartcirculaire 2018

590

1.212

1.835

Precario - verlaging aantal meters

-500

-500

-500

Precario - ten onrechte geïndexeerd

-91

-91

-91

-91

Verlaging begrotingsbuffer

591

591

591

Correctie toeristenbelasting

25

25

25

25

Treasury - actualisatie financieringsbehoefte

746

380

737

1.082

Effect gewijzigde regelgeving BTW sport

-354

-360

-361

-361

Verwachte ontvangst SPUK

354

360

361

361

Kermis - pachtopbrengst

-29

-29

-29

-29

Speelplaatsen

         -36

-36

-36

-36

Overige (technische) verschillen

50

41

32

31

Totaal analyseverschillen/aanvullende knelpunten

644

591

1.724

2.788

Personeelslasten

De raming van de personele lasten bestaat uit meerdere componenten. Voor de begroting 2019 is als bron gebruikt de personele lasten per 1 mei 2018, vermeerderd met periodieken indien van toepassing, met een indexering verwachte CAO stijging en werkgeverslasten en vacatures begroot op het midden van de bijbehorende salarisschaal. Ten opzichte van de Perspectiefnota 2019 geeft deze gedetailleerde berekening ieder jaar individuele verschillen omdat we daar rekening houden met de volledige loonsom x de index. Per saldo heeft dit voor de begroting een nadelig effect van circa € 173.000. Op de totale loonsom van ca € 50 miljoen betreft deze aanpassing 0,3%.

Personeelslasten - pensioenpremie
Vanuit de Vereniging voor Nederlandse Gemeenten (VNG) is aangegeven dat er stijging van de pensioenpremies wordt verwacht van 1,04%. Voor Nissewaard betekent dit een extra last van € 325.000 structureel.

WKR – raadsvergoeding
Sinds 1 januari 2015 is de werkkostenregeling (WKR)  van kracht, deze regeling houdt verband met  de fiscale ruimte voor de werkgever.  Onder de WKR mag een werkgever nog steeds onbelaste vergoedingen en verstrekkingen aan de werknemer verrichten, echter volgens een andere systematiek. Destijds is de raadsvergoeding onder de WKR gebracht, hierdoor werden de bruto lasten netto, wat tot budgettaire ruimte heeft geleid. Omdat niet duidelijk was of de gemeente het plafond van de WKR zou raken is het budget destijds niet direct afgeraamd. Inmiddels zijn we drie jaar verder en blijkt dat we binnen de ruimte blijven. Dit budget kan daarom nu vrijvallen.

Regeling Fit en Vitaal
Landelijk, en dus ook in Nissewaard, neemt de werkdruk(beleving) toe en staat de werk-privé balans onder druk onder invloed van de digitalisering en vergrijzing (dubbele zorgtaken). Dit is van negatieve invloed op de hoogte van het ziekteverzuim onder medewerkers. Het middel tegen verzuim is echter nog niet uitgevonden. Wel blijkt uit onderzoek dat er een correlatie is tussen vitale medewerkers, verzuim en productiviteit. Tegen deze achtergrond is het aanbevelenswaardig om sport en beweging onder medewerkers te bevorderen. Praktisch houdt dit in dat voorgesteld wordt om de huidige regeling Vergoeding fitness in te trekken en deze te vervangen door een bredere regeling Fit en Vitaal. Omdat het een bredere regeling betreft, brengt dit € 80.000 extra lasten met zich mee ten opzichte van de reeds beschikbare budgetten. Om de effectiviteit van deze nieuwe regeling te toetsen, vindt na 2 jaar een evaluatie plaats. Op basis van de resultaten hiervan zal nader bekeken worden of de regeling wordt voortgezet.

Veiligheidsregio Rotterdam (VRR) - Functioneel Leeftijdsontslag
In de begroting 2018 -2021 is rekening gehouden met extra lasten in verband met het functioneel leeftijdsontslag (FLO) bij de VRR. Op basis van recente berichtgeving van de VRR blijken deze kosten lager uit te vallen dan geraamd.

Kapitaallasten inclusief meerjareninvesteringsplanning
Bij het opstellen van iedere begroting worden de kapitaallasten van reeds gedane investeringen en nog geplande investeringen (meerjareninvesteringsplanning) geactualiseerd. Daarbij wordt bekeken in hoeverre investeringen afgeschreven zijn en of (vervangings)investeringen noodzakelijke zijn en derhalve gepland dienen te worden. Bij dit laatste wordt tevens bekeken in hoeverre geplande (vervangings)investeringen juist in de tijd zijn weggezet. Met andere woorden, is het noodzakelijk om deze investeringen naar voren te halen, dan wel is het bestaande actief nog voldoende operationeel om de vervangingsinvestering wat verder in de tijd te plannen.
Deze actualisaties leveren per saldo de aangegeven mutaties op met betrekking tot hieruit voortvloeiende kapitaallasten.

Vrijval budget Accommodatie t.b.v. MIP Accommodaties
In de meerjareninvesteringsplanning zijn diverse investeringen op het gebied van accommodaties opgenomen. Een van deze investeringen heeft betrekking op interieur. Omdat daarmee het beslag op een regulier budget voor vervangingen interieur lager wordt, kan hier € 36.000 structureel van vrij vallen.

Afschrijving investering € 3 miljoen recreatie Groenzone Zuidoost (GZO)
Het afschrijven van deze investering is eerder bij de jaarstukken 2017 en de nota Grondexploitaties 2018 aangegeven en heeft ertoe geleid dat de boekwaarde gronden GZO met € 3 miljoen verlaagd kon worden. Dit betekent dat het afboekingsrisico van deze gronden met € 3 miljoen verlaagd is.

Algemene uitkering
Naast de diverse circulaires welke jaarlijks van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties worden ontvangen, wordt bij de begrotingsopstelling de raming van de algemene uitkering geactualiseerd op de meest recente ramingen van de aantallen per maatstaf. Deze actualisatie is de achtergrond van de aangeven mutaties.

Stelpost Oudenhoorn
De grenscorrectie Oudenhoorn heeft een verlagend effect op de algemene uitkering. Er heeft immers een vermindering van het aantal inwoners, grondgebied, e.d. plaatsgevonden. Voor de algemene uitkering wordt een daling verwacht van € 795.000 structureel. Zoals in het advies van de meicirculaire 2018 is aangegeven is in de huidige raming reeds € 85.000 van deze daling inmiddels verwerkt in de ramingen van de algemene uitkering.

Vervallen stelpost l&p-stijging 2020 - 2022 Sociaal Domein n.a.v. maartcirculaire 2018
Met de maartcirculaire 2018 werden gemeenten een zeer rooskleurig financieel beeld voorgeschoteld. Een beeld waarbij in het advies over de maartcirculaire 2018 dan ook de nodige vraagtekens werden gezet en de nodige voorzichtigheid werd geadviseerd. Bij de meicirculaire 2018 bleek dit een verstandige insteek.
Een van de posten die bij de maartcirculaire 2018 ten laste van het accres (algemene groei) van het gemeentefonds apart was gezet, betrof de post voor de loon- en prijsstijging voor het Sociaal Domein voor de jaren 2020 t/m 2022. Uit de analyse van de meicirculaire 2018 en de aangegeven verwachte loon- en prijsstijging voor de jaren 2020 t/m 2022 afgezet tegen de verwachte benodigde indexatie voor algemene dienst en het Sociaal Domein, bleek de ruimte in meicirculaire 2018 voldoende te zijn. Praktisch gezien houdt dit in dat de bij de maartcirculaire 2018 apart gecreëerde stelpost voor loon- en prijsstijging Sociaal Domein voor 2020 t/m 2022 vrij kan vallen.

Precario - verlaging aantal meters
Met Stedin is een overeenkomst gesloten over de te hanteren metrages in verband met de aanslagen precariobelasting. Dit heeft erin geresulteerd dat de geraamde precariobaten van Stedin met € 500.000 per jaar verlaagd zijn. Dit heeft als neveneffect dat de onzekerheid/het risico over de verwachte ontvangst van deze baten eveneens met € 500.000 per jaar verlaagd is.

Precario - ten onrechte geïndexeerd
In de technische begroting 2019 – 2022 zijn de precariobaten geïndexeerd. Echter, omdat vanuit wetswege indexatie van de precariotarieven niet is toegestaan, komt dit bij deze te vervallen.

Verlaging begrotingsbuffer
De begrotingsbuffer in de begroting wordt voornamelijk gevormd door de verwachte precariobaten in de jaren 2018 t/m 2021. De aanpassing van de metrages en het achterwege laten van de indexatie betekenen voor de jaren 2019 t/m 2021 een nadelig effect van € 591.000 per jaar. Gezien de relatie met de begrotingsbuffer wordt voorgesteld om dit nadeel dan ook te verrekenen met de begrotingsbuffer.

Correctie toeristenbelasting
De raming van de baten toeristenbelasting is gebaseerd op gegevens die aangeleverd worden door de belastingplichtigen. In relatie tot een camping bleken deze gegevens verkeerd te zijn. Dit is inmiddels gecorrigeerd en leidt meerjarig tot € 25.000 hogere baten.

Treasury - actualisatie financieringsbehoefte
De ramingen met betrekking tot treasury worden voor iedere begroting meerjarig geactualiseerd. Daarbij wordt gekeken naar de beschikbare financiering, de verwachte benodigde financiering en de daarmee samenhangende te betalen en te ontvangen rente. Op basis van de geactualiseerde financieringsprognose is sprake van een lagere (externe) financieringsbehoefte. Dit vertaald zich vervolgens in lagere rentelasten en een voordelig effect voor de begroting.

Effect gewijzigde regelgeving BTW sport
Het rijk heeft onlangs het Sportbesluit afgeschaft waarmee de kosten die samenhangen met het gelegenheid bieden tot sport BTW-plichtig geworden zijn. De betreffende begrotingbudgetten zijn dan ook met 21% verhoogd.

Verwachte ontvangst specifieke uitkering sport
Met de afschaffing van het Sportbesluit is de specifieke uitkering sport in het leven geroepen. Naar verwachting zal deze uitkering voldoende zijn om de extra (BTW)lasten te kunnen dekken. Omdat de regelgeving nog niet geheel is uitgekristalliseerd, schuilt hier nog wel een zeker risico in.

Kermis - pachtopbrengst
De in de begroting geraamde pachtopbrengsten kermis blijken de afgelopen jaren niet (geheel) gerealiseerd te zijn. Voorgesteld wordt om de raming in de begroting hierop aan te passen.

Speelplaatsen
In het beheerplan Spelen uit 2016 is uitgegaan van een structureel budget voor de inspecties van speelplaatsen. Het budget stond echter maar eenmalig voor 2017 in de begroting. Voorgesteld wordt dit te herstellen.

Overige (technische) verschillen
Bij het opstellen van de begroting blijken ten opzichte van de technische begroting vaak nog technische analyseverschillen. Deze zijn de resultante van het feit dat bij het opstellen van de technische begroting niet gedetailleerd naar afzonderlijke budgetten wordt gekeken, maar eerder naar groepen lasten en baten. Hierdoor kunnen op detailniveau soms verschillen optreden.

Vrijval begrotingsbuffer
Deze ruimte in de begroting werd aangehouden als buffer om de eventueel wegvallende precariobaten Stedin in de jaren 2019 t/m 2021 op te kunnen vangen. Met de toevoeging van de precariobaten Stedin over de jaren 2015 t/m 2017 ad € 9,8 miljoen aan de algemene reserve is dit risico voldoende afgedekt. Het aanhouden van de begrotingsbuffer is derhalve niet langer noodzakelijk en kan vrijvallen ten gunste van het begrotingssaldo.

Reservering t.b.v. coalitieakkoord
Dit betreft de voeding van de reserves Verduurzaming gemeentelijke accommodaties ad € 1,3 miljoen en Sportaccommodaties ad € 0,5 miljoen in 2019 en Onderwijshuisvesting ad € 1,75 miljoen per jaar voor 2020 en 2021.

Bedragen x € 1.000 “-” = nadelig

Bestemmingsreserves ter dekking van kapitaallasten

2019

2020

2021

2022

Verduurzaming gemeentelijke accommodaties

-1.300

Sportaccommodaties

-500

Onderwijshuisvesting

-1.750

-1.750

Totaal coalitieakkoord - aanvullend

-1.800

-1.750

-1.750

Stelpost Sociaal Domein
In de Perspectiefnota 2019 is de stand van de stelpost Sociaal Domein aangegeven. In de onderstaande tabel is terug te vinden welke mutaties sindsdien zijn verwerkt alsook wat de stand van de stelpost is voor de begroting 2019 – 2022.

Bedragen x € 1.000 “-” = nadelig

2019

2020

2021

2022

Stelpost Sociaal Domein – meicirculaire 2018

895

619

2.314

3.979

Coalitieakkoord

-100

-125

-150

-300

Mutaties begroting 2019 – 2022

- verhoging budget individuele begeleiding speciaal

-256

-256

-256

-256

- stelpost Licht Verstandelijke beperking (LVB)

75

75

75

75

- verhuiskosten aan de cliënt

-35

-35

-35

-35

- budget TidW t/m 2021*

650

Stelpost Sociaal Domein begr. 2019 - 2022

579

277

1.948

4.113

*Met het opstellen van de technische begroting 2019 – 2022 is 2022 in eerste instantie een volledige kopie van 2021. Vervolgens worden de budgetten daar waar nodig aangepast. In dit geval is voor Thuis in de Wijk 4 jaar lang projectbudget beschikbaar gesteld. Dit eindigt medio 2021. De raming 2022 is hierop aangepast ten opzichte van de technische begroting.

Taakstellingen
In de Perspectiefnota 2019 is reeds aangegeven dat in de begroting nog een aantal taakstellingen is opgenomen. Voor de volledigheid is onderstaand terug te vinden hoe deze in de begroting 2019 – 2022 zijn opgenomen alsook een klein doorkijkje naar 2024 in verband met de in te vullen taakstelling als gevolg van de grenscorrectie Oudenhoorn.

Bedragen x € 1.000 “-” = nadelig

2019

2020

2021

2022

2024

Thuis in de Wijk

-410

-1.160

-1.910

-2.660

Syntrophos – rationalisatie/harmonisatie

-510

-510

-510

-510

Syntrophos – zaaksysteem

-115

-230

-230

-230

Syntrophos – toetreding Hellevoetsluis

-337

-283

-326

-326

Oudenhoorn (2024 e.v.)

-908

Incidentele lasten en baten
Het begrotingsevenwicht wordt niet alleen beoordeeld op het gegeven of de lasten en baten op € 0 sluiten. Het is ook van belang om te weten of de structurele lasten gedekt worden door structurele baten. Anders gezegd, de structurele baten dienen hoger (of gelijk) te zijn dan (aan) de structurele lasten dan wel de incidentele lasten dienen hoger te zijn dan de incidentele baten. Om dat te bepalen wordt in de begroting een overzicht van de incidentele lasten en baten opgenomen. Deze is terug te vinden in het onderdeel Financiële begroting. Samengevat ziet deze er als volgt uit.

Bedragen x € 1.000

2019

2020

2021

2022

Incidentele lasten (exclusief reservemutaties)

-25.739

-20.464

-9.572

-9.111

Incidentele lasten – stortingen in reserves

-1.007

-22

0

0

Incidentele baten (exclusief  reservemutaties)

21.255

19.204

9.488

9.111

Incidentele baten – onttrekkingen reserves

3.955

915

3

0

Saldo incidenteel

-1.536

-367

-81

0

Uit dit overzicht blijkt dat de incidentele lasten de incidentele baten (incl. incidentele reservemutaties) voor de jaren 2019 t/m 2022 overtreffen. Dit betekent dat de structurele baten in de begroting hoger zijn dan de structurele lasten. Daarmee kan de conclusie getrokken worden dat de begroting 2019 - 2022 niet alleen sluitend is (lasten en baten in evenwicht), maar ook, zoals de provincie dit noemt, materieel in evenwicht is.
Voor een nader uiteenzetting wordt verwezen naar het onderdeel Incidentele lasten en baten in het hoofdstuk Financiële begroting.

Uitgangspunten op hoofdlijnen voor opstellen begroting 2019 - 2022
Voor het opstellen van de begroting 2019 – 2022 zijn (ten opzichte van de vorige begroting) op hoofdlijnen de volgende financiële uitgangspunten gehanteerd.

Loon- en prijsstijgingspercentages

Loon- en prijsstijgingspercentages

Loonstijgingspercentage

2,00%

Prijsstijgingspercentage

1,90%

Indexeringspercentage belastingen en tarieven

1,90%

Gehanteerde rentepercentages

  • Bij de berekening van de kapitaallasten in de exploitatie houden wij rekening met 2% rekenrente. Dit conform de notitie rente van de commissie BBV (1,82% berekend, afgerond naar boven 2%).
  • Bij de berekening van de rente over de grondexploitaties houden wij rekening met 2,1% rente. Dit is conform de nota Grondexploitaties 2018. Deze wordt voor de begroting 2019 herzien.
  • Wij hanteren 2,5% doorrekening van rente aan de gesloten systemen riool/ afvalstoffenheffing. Dit is, in lijn met het BBV, in afwijking van de 2% rekenrente voor kapitaallasten, omdat naar de gesloten systemen ook de bespaarde rente op eigen vermogen wordt meegerekend.
  • Gezien de ontwikkelingen in de kapitaalmarkt hanteren wij 2,5% voor nieuw aan trekken leningen in de meerjarenbegroting.

Methodiek toerekenen overhead
Het berekende bedrag aan overhead in deze begroting 2019 is € 30 miljoen. Berekend per fte, werkend voor een taakveld, is dat afgerond circa € 72.000. Voor het grootste deel zijn dit personele kosten en automatisering.

Ontwikkelingen en doorkijkje naar 2023

Verruiming BTW-vrijstelling Sport
Vanaf 1 januari 2019 zal de BTW-sportvrijstelling worden verruimd. Door deze wetswijziging vervalt het recht op aftrek van BTW voor gemeenten en niet-winstbeogende exploitanten van sportaccommodaties. Dit leidt tot een structurele extra belastingopbrengst van € 241 miljoen voor de rijksoverheid. Omdat de wetswijziging direct voortvloeit uit Europese regelgeving en het (dus) geen bezuinigingsmaatregel is, heeft het kabinet eerder al aangegeven de opbrengst van deze extra belastingmaatregel terug te laten vloeien naar de gedupeerden, te weten de gemeenten (€ 152 miljoen in 2019) en amateursportorganisaties (€ 87 miljoen in 2019).

In verband met de aangekondigde uitbreiding van de BTW-vrijstelling voor exploitatie van sportaccommodaties per 1 januari 2019 is er een compensatie- en subsidieregeling door de rijksoverheid opgesteld. Voor gemeenten betekent dit de instelling van een ‘specifieke uitkering stimulering sport’ (SPUK). Gemeenten kunnen in de periode 2019-2023 hieruit een specifieke uitkering aanvragen voor alle gerealiseerde bestedingen i.v.m. activiteiten in het kader van sport. De financiële effecten van de verruiming van de BTW-sportvrijstelling en de verwachte ontvangsten vanuit de SPUK zijn hierboven bij de tabel analyseverschillen/aanvullende knelpunten, posten Effect gewijzigde regelgeving BTW sport en Verwachte ontvangst SPUK, verwerkt.

Daarnaast kunnen amateursportorganisaties (o.a. stichtingen, verenigingen en B.V.’s zonder
winstoogmerk) in dezelfde periode (2019-2023) een subsidie aanvragen voor de bouw, aanschaf en het onderhoud van sportaccommodaties en sportmaterialen (telkens inclusief BTW), d.w.z. accommodaties bestemd en in gebruik voor de amateursport.

Precariobaten 2019 - 2021
In de begroting 2019 – 2022 is voor de jaren 2019 – 2021 uitgegaan van € 3,3 miljoen per jaar aan precariobaten van Stedin. Het is onzeker of Stedin nog bezwaar zal maken tegen de betreffende aanslagen. Dit betreft dan ook een risico voor de begroting, maar wel één die inmiddels is afgedekt. Door de toevoeging van de vrijval voorziening precariobaten Stedin oude jaren ad € 9,8 miljoen aan de Algemene reserve, is voldoende buffer achter de hand om het eventueel wegvallen van de precariobaten op te kunnen vangen.

Verkoop Eneco-aandelen
Medio 2019/2020 wordt de verkoop verwacht van de Eneco-aandelen. Het is de verwachting dat de daarmee samenhangende verkoopopbrengst een aanzienlijke versterking betekent van het gemeentelijk weerstandsvermogen alsook een reductie van de schuldpositie. De gemeenteraad zal op de hoogte gehouden worden van de ontwikkelingen op dit terrein.

Nissewaard naar 2040 (Nn2040)
Een andere belangrijke ontwikkeling betreft het project Nissewaard naar 2040 (Nn2040). Nissewaard heeft als voormalige groeikern te maken met een aantal grote opgaven van sociaal economische, maatschappelijke en ruimtelijke aard: een omvangrijke herstructurering van de verouderde woningvoorraad, een onbalans in het woningaanbod en bevolkingssamenstelling. Daarbij komt de urgente grondexploitatie problematiek (voornamelijk het afboekingsrisico Groenzone Zuid-Oost).

Tegelijkertijd zijn er ook kansen, zoals de grote woningbouwopgave in heel Zuid-Holland die wellicht voor een deel in Nissewaard zou kunnen landen, de onderzoeken naar een robuuste ontsluiting op het grote wegennet voor Nissewaard en heel Voorne-Putten en de zoektocht naar strategische oplossingen voor de retailopgave in het centrum van Nissewaard, duurzaamheid en nieuwe economie. Om deze opgaven het hoofd te bieden is het project Nissewaard naar 2040 gestart met als doel om te zorgen voor een aantrekkelijke, vitale, toekomstbestendige woon-/werkgemeente in 2040.

Meerjareninvesteringsplan

Aantrekkende economie en investeringen
De aantrekkende economie is goed nieuws voor zowel burgers, bedrijven als overheden. Het betekent over het algemeen dat er financieel weer wat meer ruimte ontstaat om te investeren. Een effect dat echter ook met een aantrekkende economische verband houdt is stijgende prijzen; er komt meer vraag naar producten en diensten wat leidt tot stijgende prijzen. Dit is ook terug te zien in de aanbestedingen bij investeringen.
De investeringen zoals opgenomen in het meerjareninvesteringsplan (MIP) zijn zo goed als mogelijk geraamd. Dit neemt niet weg dat goed is om te realiseren dat de aantrekkende economie het lastiger maakt om de kosten van investeringen in te schatten. Een zekere ‘winstwaarschuwing’ is in deze op z’n plaats.

Investeringen in 2022
Van de investeringen die zijn opgenomen in het meerjareninvesteringsplan, zijn de kapitaallasten opgenomen in de begroting. De uitzondering hierop vormen de investeringen die in dit geval gepland staan voor 2022. Volgens de nota Activabeleid worden investeringen afgeschreven in het eerstvolgende boekjaar na ingebruikname. Dit houdt in dat de kapitaallasten van investeringen die gepland staan in 2022, in het begrotingsjaar van 2023 moeten zijn opgenomen.
Voor 2022 staat een investeringsbedrag gepland van € 7,7 miljoen. Dit betreft € 6,5 miljoen (vervangings)investeringen in accommodaties en € 1,2 miljoen (vervangings)investeringen in riolering. Omdat (vervangings)investeringen in riolering gedekt worden door het rioolrecht, zal in het begrotingsjaar 2023 voor de kapitaallasten van de investeringen in accommodaties ad € 6,5 miljoen, zijnde  € 628.000, nog ruimte gevonden moeten worden.
Nu worden de gemeentelijke investeringen voor het merendeel afgeschreven volgens de zogenaamde lineaire methode. Dit houdt in dat de kapitaallasten ieder jaar wat lager worden omdat met het afschrijven de boekwaarde van de investering daalt en er daarmee minder rente hoeft te worden betaald. Deze vrijval van kapitaallasten doet zich ieder jaar voor en is ook verwerkt in de begroting 2019 – 2022. Dit betekent dat bij het opstellen van de begroting 2020 – 2023 er in 2023 weer een stuk kapitaallasten vrijvalt. Met het oog op de nog te dekken kapitaallasten in 2023 van de geplande investeringen in accommodaties ad € 6,5 miljoen, wordt dan ook voorgesteld om de vrijval van kapitaallasten in 2023 te benutten als dekking hiervoor.
Voor de volledigheid is het goed te vermelden dat ten aanzien van de het meerjareninvesteringsplan accommodaties nog nader onderzoek plaats vindt. Het gaat daarbij met name over de geplande investeringen in de 2022. Tegen deze achtergrond is dan ook in dat jaar een post “Diverse investeringen accommodaties” ad € 4,6 miljoen terug te vinden. Hierover zal dan ook nog nader worden geadviseerd.