Begroting 2019

Financiering

Kasgeldlimiet

Kasgeldlimiet

De kasgeldlimiet wordt genoemd in de uitvoeringsregeling van de wet Financiering decentrale overheden. Deze limiet stelt een grens aan de korte financiering die gemeenten hanteren voor de financiering van lopende uitgaven om tijdelijke liquiditeitstekorten op te vangen.
Een gemeente mag slechts een beperkt deel van de begroting met kort geld financieren. Een langere vastlegging van de geleende middelen zorgt voor een beter voorspelbare rentelast. Bij de huidige rentestanden is het de vraag of er wel sprake is van een risico.
De bovengrens is gesteld op een bedrag ter grootte van een percentage (8,5%) van het totaal van de jaarbegroting van de gemeente, met een minimum van € 300.000.

In het overzicht hieronder wordt de kasgeldlimiet in 2019 in beeld gebracht.

                          Bedragen x € 1.000.000

Kasgeldlimiet

Methode
berekening 

1e
kwartaal
2019 

2e
kwartaal
2019 

3e
kwartaal
2019 

4e
kwartaal
2019

Omvang begroting (stand primaire begroting)

282,1

282,1

282,1

282,1

Grondslagpercentage

8,50%

8,50%

8,50%

8,50%

Opgenomen gelden < 1 jaar

28,3

26,8

25,3

26,3

Schuld in rekening-courant

0

0

0

0

Gestorte gelden door derden < 1 jaar

0

0

0

0

Overige geldleningen niet zijnde vaste schuld

-

-

-

-

Contante gelden in kas

0

0

0

0

Tegoeden in rekening-courant

5

5

5

5

Overige uitstaande gelden < 1 jaar

1,5

1,5

4

4

Toegestane kasgeldlimiet

(2) -/- (3)

24,0

24,0

24,0

24,0

Totaal netto vlottende schuld

21,8

20,3

16,3

15,3

Ruimte (+)/Overschrijding (-)

3,2

3,7

7,7

9,7


De Wet Fido geeft aan dat de kasgeldlimiet niet mag worden overschreden. Indien een overschrijding voor het derde achtereenvolgende kwartaal geschiedt, dan dient de toezichthouder daarvan middels een rapportage op de hoogte te worden gebracht en dient een plan te worden overgelegd waarin is vermeld hoe de gemeente binnen de kasgeldlimiet blijft. Het geheel is aan goedkeuring onderworpen. Om te voorkomen dat in het derde kwartaal de kasgeldlimiet ook wordt overschreden wordt in het eerste of tweede kwartaal geanticipeerd op het teniet doen van de overschrijding door het aantrekken van langlopende leningen. Indien de overschrijding het gevolg is van incidentele wijzigingen in de inkomsten en uitgaven, bijvoorbeeld met betrekking tot de grondexploitaties kan aan de toezichthouder een ontheffing worden gevraagd.