De tarieven van de bestemmingsbelastingen en de rechten komen tot stand door het toerekenen van met deze belastingen samenhangende kosten. De tarieven mogen niet meer dan 100% kostendekkend zijn.

Op grond van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) wordt in de Paragraaf lokale heffingen een overzicht opgenomen van de kostendekkendheid van de tarieven van deze belastingen.

Bij de berekening van de kostendekkendheid van de tarieven worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:

• Het vernieuwde BBV
• Handreiking kostentoerekening heffingen, rechten en tarieven van het Ministerie van BZK
• Model kostenonderbouwing model leges omgevingsvergunning van de VNG
• Laatste stand jurisprudentie
• Een berekend uurtarief voor de directe personele kosten
• Een berekend uurtarief voor de opslag overhead per productief uur

Overhead
De overhead is onderdeel van de toerekenbare kosten.

Het vernieuwde Besluit Begroting en Verantwoording schrijft voor dat de overhead niet meer onder afzonderlijke beleidsprogramma’s wordt geregistreerd, maar centraal onder één thema.

Bij de berekening van de overhead is uitgegaan van een berekening waarbij de totale overhead wordt gedeeld door het totale aantal fte dat rechtstreeks voor een taalveld werkt (dus exclusief de fte’s m.b.t. de overhead).

Het berekende bedrag aan overhead in de begroting 2019 bedraagt € 30 miljoen. Berekend per fte is dat afgerond € 72.000.

Rioolheffing

Op het thema Beheer Openbare Ruimte worden de rioleringskosten en de perceptiekosten (de kosten van het heffen en het innen van de rioolheffing) begroot. Deze bedragen zijn gebaseerd op het Gemeentelijk Rioleringsplan 2017-2021 Nissewaard, dat eind 2016 is vastgesteld. In het GRP zijn de beleidsuitgangspunten omtrent de riolering vastgelegd. Het percentage dat van het thema Beheer Openbare Ruimte wordt toegerekend aan de rioolheffing is exclusief de compensabele BTW.

Aan de Rioolheffing wordt ruim € 0,35 miljoen toegerekend voor de kosten van straatvegen. De totale kosten van straatvegen zijn € 1,4 miljoen.

Straatvegen doet de gemeente om drie redenen. Voor het functioneren van de riolering, voor de verkeersveiligheid en omdat burgers hun afvalstoffen verkeerd aanbieden (zwerfvuil). Om te voorkomen dat er vuil via de straat-trottoirkolken in de riolering komt, is het gerechtvaardigd een deel van het straatvegen ten laste van de riolering te brengen. Een exacte verdeling tussen riolering, verkeer en afvalverwijdering is  moeilijk te bepalen.

Van de kosten van straatvegen wordt 40% toegerekend aan de rioolheffing, omdat het straatvegen resulteert in lagere kosten voor het reinigen van het openbaar riool en bijdraagt aan minder vervuiling van het oppervlaktewater door overstortend rioolwater tijdens regenweeromstandigheden.

Aan de Rioolheffing wordt ruim € 198.000 toegerekend voor de kosten van het beheer van het stedelijk water. De totale kosten voor stedelijk water worden in 2019 geraamd op € 692.000.

Het oppervlaktewatersysteem is van cruciaal belang voor het invullen van de zorgplicht voor het inzamelen en transporten van overtollig hemelwater. Daarnaast neemt de gemeente verschillende (onderhouds)maatregelen om de negatieve effecten van de riooloverstorten op het watersysteem te verminderen. Daarom wordt 33% van alle kosten met betrekking tot stedelijk water toegerekend aan de rioolheffing.

Afvalstoffenheffing

Op thema Beheer Openbare Ruimte zijn de directe kosten begroot voor het verwijderen en verwerken van afval (inclusief perceptiekosten). De salariskosten van de milieupolitie worden voor 1/3^e doorbelast aan de Afvalstoffenheffing. Uit de capaciteitsplanning van de ambtenaren van de milieupolitie blijkt dat zij 1/3^e van hun tijd kwijt zijn aan het reageren op klachten en meldingen van onder andere het niet juist aanbieden van (zwerf)afval bij ondergrondse containers. Het percentage dat van het thema Beheer Openbare Ruimte aan de afvalstoffenheffing wordt toegerekend is exclusief de compensabele BTW.

Aan de Afvalstoffenheffing wordt € 1,0 miljoen toegerekend voor de kosten van straatreiniging. De post straatreiniging in de begroting bestaat uit 3 onderdelen:

1. Straatvegen
2. Legen van prullenbakken
   
   Straatvegen en legen van prullenbakken (straatreiniging) dient meerdere doelen. De gemeente wil een schone, frisse uitstraling. Het opruimen van bladeren en ander afval van de verhardingen heeft een positief effect op de verkeersveiligheid, verstoppingen en extra onderhoud aan de riolering wordt erdoor voorkomen. Omdat de activiteit straatreiniging meerdere doelen dient, kan slecht een deel aan de afvalstoffenheffing worden toegerekend. Een exacte verdeling tussen afvalverwijdering, verkeersveiligheid en riolering is moeilijk te bepalen. Uit jurisprudentie blijkt dat 1/3 ^e deel van de kosten van straatreiniging mag worden toegerekend aan de afvalstoffenheffing. Omdat er geen objectieve berekening is en geen gericht onderzoek heeft plaatsgevonden, is als uitgangspunt genomen om 1/3 ^e deel van de kosten voor straatvegen en het legen van prullenbakken toe te rekenen aan de afvalstoffenheffing. De totale kosten voor straatvegen en het legen van prullenbakken bedraagt € 1,5 miljoen. Hiervan wordt € 0,5 miljoen toegerekend aan de afvalstoffenheffing.
   
3. Reiniging rondom (ondergrondse) verzamelcontainers
   
   Voor de kosten van het opruimen van zwerfafval bij ondergrondse containers is als uitgangspunt genomen dat het afval rond deze containers ontstaat als gevolg van de inzameling van huishoudelijk afval (papier, glas, kleding, kunststof). De kosten voor het opruimen van zwerfafval  rondom ondergrondse containers (€ 0,5 miljoen) zijn daarom in zijn geheel toegerekend aan de afvalstoffenheffing.

Aan de Afvalstoffenheffing  wordt € 0,1 miljoen toegerekend voor de kosten van het vuilruimen van groen en sloten. Voor de toerekening van kosten voor het vuilruimen uit het openbaar groen en sloten wordt hetzelfde uitgangspunt gehanteerd als bij de kosten voor straatvegen en het legen van prullenbakken (1/3^e deel). Dit is mede gebaseerd op de aanname dat met vuilruimen ook word bedoeld het verwijderen van huishoudelijke afvalstoffen uit het openbaar gebied.

Voor de afvalstoffenheffing kan kwijtschelding worden verleend. Op het thema Werk en Inkomen wordt hiervoor een bedrag van € 0,75 miljoen begroot.

Lijkbezorgingrechten

In de begroting 2019 is de kostendekking van de lijkbezorgingsrechten 34%. Alle directe kosten met betrekking tot het beheer en onderhoud van de begraafplaatsen (inclusief accommodaties) worden toegerekend aan de lijkbezorgingrechten.  In november 2015 is de beleidsvisie Begraven en Herdenken 2016 - 2025 (over het beheer en gebruik van de begraafplaatsen in Nissewaard) vastgesteld.

Marktgelden

In de begroting 2019 is de kostendekkendheid van de marktgelden 85%. Alle directe kosten met betrekking tot de markt worden toegerekend aan de markt. Onder de directe kosten vallen de beheer- en onderhoudskosten van de weekmarkt, de huur van het toilet en de uren van de marktmeester voor de toezicht en de inning van de marktgelden.

Haven-, kade- en opslaggeld

In de begroting 2019 is de kostendekkendheid van de havengelden 19%. Alle directe kosten met betrekking tot de haven worden toegerekend aan de haven. Onder de directe kosten van de haven vallen de beheerkosten van de kade en havenlichten, de kapitaallasten van de steiger en de uren van de havenmeester voor toezicht en inning van de havengelden.   

Leges

Titel 1 Algemene dienstverlening

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn